hoge raad

News Update Hoge Raad

Week 6 | Informatieverplichtingen verzekeraars bij beleggingsverzekeringen
11 februari 2022
11 februari 2022

CIVIEL

Informatieverplichtingen verzekeraars bij beleggingsverzekeringen
De HR heeft een prejudiciële beslissing gegeven over informatieverplichtingen bij beleggingsverzekeringen. Achtergrond is de bestaande discussie over de verhouding tussen de voor verzekeraars geldende specifieke regelgeving inzake de verstrekking van (pre)contractuele informatie bij beleggingsverzekeringen en het burgerlijk recht en de invloed daarop van het Europees recht. De HR stelt voorop dat bij een beleggingsverzekering de rechtsverhouding tussen verzekeraars en verzekeringnemer wordt beheerst door het burgerlijk recht, waaronder het contractenrecht. Het is aan de rechter om te beoordelen of en, zo ja, welke informatieverplichtingen naar burgerlijk recht op de verzekeraar rusten bij het aangaan, sluiten of uitvoeren van een beleggingsverzekering in aanvulling op de verplichtingen uit hoofde van de geldende specifieke regelgeving. Vervolgens moet beoordeeld worden of die verplichtingen voldoen aan de vereisten van artikel 31 lid 3 Derde Levensrichtlijn en daarmee of die verplichtingen i) betrekking hebben op gegevens die duidelijk en nauwkeurig zijn, ii) noodzakelijk zijn voor een goed begrip van de wezenlijke bestanddelen van de beleggingsverzekering, en iii) voldoende rechtszekerheid waarborgen. Aan de verzekeringnemer komt geen beroep toe op de rechtsgevolgen van het niet naleven door de verzekeraar van een verplichting van burgerlijk recht tot het verstrekken van aanvullende gegevens indien die verplichting niet voldoet aan deze criteria.

ECLI:NL:HR:2022:166

CIVIEL

Hoofdzaak kan ook worden voortgezet tegen beslagdebiteur die is opgehouden te bestaan
Een beslagdebiteur heeft, in weerwil van conservatoir leveringsbeslag daarop, merkrechten overgedragen aan een derde. Vervolgens is de beslagdebiteur opgehouden te bestaan. De HR beslist ten overvloede dat het feit dat de beslagdebiteur is opgehouden te bestaan niet eraan in de weg staat dat de hoofdzaak tegen deze wordt voortgezet. In zoverre komt de HR terug op het arrest Promneftstroy / Yukos c.s., waarin was beslist dat, indien een rechtspersoon ophoudt te bestaan terwijl de hoofdzaak aanhangig is, de beslaglegger de procedure dient voort te zetten tegen de verkrijger van het beslagen goed.

ECLI:NL:HR:2022:164

Meld u aan voor de News Update Hoge Raad
Written by:
Bart van der Wiel

Key Contact

Amsterdam
Advocaat | Partner
+31 6 2025 0758
11 februari 2022
11 februari 2022

CIVIEL

Informatieverplichtingen verzekeraars bij beleggingsverzekeringen
De HR heeft een prejudiciële beslissing gegeven over informatieverplichtingen bij beleggingsverzekeringen. Achtergrond is de bestaande discussie over de verhouding tussen de voor verzekeraars geldende specifieke regelgeving inzake de verstrekking van (pre)contractuele informatie bij beleggingsverzekeringen en het burgerlijk recht en de invloed daarop van het Europees recht. De HR stelt voorop dat bij een beleggingsverzekering de rechtsverhouding tussen verzekeraars en verzekeringnemer wordt beheerst door het burgerlijk recht, waaronder het contractenrecht. Het is aan de rechter om te beoordelen of en, zo ja, welke informatieverplichtingen naar burgerlijk recht op de verzekeraar rusten bij het aangaan, sluiten of uitvoeren van een beleggingsverzekering in aanvulling op de verplichtingen uit hoofde van de geldende specifieke regelgeving. Vervolgens moet beoordeeld worden of die verplichtingen voldoen aan de vereisten van artikel 31 lid 3 Derde Levensrichtlijn en daarmee of die verplichtingen i) betrekking hebben op gegevens die duidelijk en nauwkeurig zijn, ii) noodzakelijk zijn voor een goed begrip van de wezenlijke bestanddelen van de beleggingsverzekering, en iii) voldoende rechtszekerheid waarborgen. Aan de verzekeringnemer komt geen beroep toe op de rechtsgevolgen van het niet naleven door de verzekeraar van een verplichting van burgerlijk recht tot het verstrekken van aanvullende gegevens indien die verplichting niet voldoet aan deze criteria.

ECLI:NL:HR:2022:166

CIVIEL

Hoofdzaak kan ook worden voortgezet tegen beslagdebiteur die is opgehouden te bestaan
Een beslagdebiteur heeft, in weerwil van conservatoir leveringsbeslag daarop, merkrechten overgedragen aan een derde. Vervolgens is de beslagdebiteur opgehouden te bestaan. De HR beslist ten overvloede dat het feit dat de beslagdebiteur is opgehouden te bestaan niet eraan in de weg staat dat de hoofdzaak tegen deze wordt voortgezet. In zoverre komt de HR terug op het arrest Promneftstroy / Yukos c.s., waarin was beslist dat, indien een rechtspersoon ophoudt te bestaan terwijl de hoofdzaak aanhangig is, de beslaglegger de procedure dient voort te zetten tegen de verkrijger van het beslagen goed.

ECLI:NL:HR:2022:164

Meld u aan voor de News Update Hoge Raad
Written by: