
News Update Hoge Raad
Week 9 | HR treedt niet in lopend wetgevingsproces tot het mogelijk maken van genderneutrale registratie
4 maart 2022
4 maart 2022
CIVIEL
HR treedt niet in lopend wetgevingsproces tot het mogelijk maken van genderneutrale registratieDe rechtbank stelde prejudiciële vragen aan de HR over de ruimte voor de rechter om op grond van het bepaalde in art. 8 EVRM op verzoek van een non-binaire persoon een genderneutrale registratie in de registers van de burgerlijke stand toe te wijzen. De HR ziet af van het beantwoorden van deze vragen. Volgens de HR gaat beantwoording van de prejudiciële vragen de rechtsvormende taak van de rechter te buiten nu de mogelijkheid van genderneutrale registratie in een geboorteakte recent hernieuwde aandacht van de wetgever heeft gekregen, het eerdere standpunt van de wetgever dat het wenselijk is nadere ontwikkelingen in de rechtspraak op dit terrein af te wachten alvorens tot eventuele wetswijziging over te gaan, is verlaten en wetgeving op dit terrein in de nabije toekomst valt te verwachten. Zolang er geen wettelijke regeling is, is het aan de rechter om in elke concrete zaak aan de hand van de aard en inhoud van het verzoek en de verdere omstandigheden van het geval te beslissen, met inbegrip van de mogelijkheid om de beslissing op het verzoek aan te houden.
ECLI:NL:HR:2022:336
Meld u aan voor de News Update Hoge Raad
Written by:
4 maart 2022
4 maart 2022
CIVIEL
HR treedt niet in lopend wetgevingsproces tot het mogelijk maken van genderneutrale registratieDe rechtbank stelde prejudiciële vragen aan de HR over de ruimte voor de rechter om op grond van het bepaalde in art. 8 EVRM op verzoek van een non-binaire persoon een genderneutrale registratie in de registers van de burgerlijke stand toe te wijzen. De HR ziet af van het beantwoorden van deze vragen. Volgens de HR gaat beantwoording van de prejudiciële vragen de rechtsvormende taak van de rechter te buiten nu de mogelijkheid van genderneutrale registratie in een geboorteakte recent hernieuwde aandacht van de wetgever heeft gekregen, het eerdere standpunt van de wetgever dat het wenselijk is nadere ontwikkelingen in de rechtspraak op dit terrein af te wachten alvorens tot eventuele wetswijziging over te gaan, is verlaten en wetgeving op dit terrein in de nabije toekomst valt te verwachten. Zolang er geen wettelijke regeling is, is het aan de rechter om in elke concrete zaak aan de hand van de aard en inhoud van het verzoek en de verdere omstandigheden van het geval te beslissen, met inbegrip van de mogelijkheid om de beslissing op het verzoek aan te houden.
ECLI:NL:HR:2022:336
Meld u aan voor de News Update Hoge Raad
Written by: